Agapornis fischeri
Het was Dr. Fischer die in 1887 Agapornis fischeri ontdekte in Noord Tanzania. Agapornis fischeri leeft daar in kleine groepen ten zuiden van het Victoriameer. Hun leefgebied bestaat hoofdzakelijk uit droge savannen waar ze zich met graszaden voeden. Ze zijn ook vaste bezoekers van de plaatselijke millet of maisvelden. Reichenow noemde deze Agapornis naar zijn ontdekker. Momenteel is Agapornis fischeri samen met Agapornis roseicollis één van de populairste onder de agapornidensoorten.
Agapornis fischeriis ongeveer een 15 cm groot. Zijn masker is op de bovenschedel oranjerood overgaand naar een iets lichtere tint onder de snavel. Het masker gaat op het achterhoofd over in een olijfgroenachtige bronskleur. Rond de bruine ogen een de typische witte oogring. De algemene lichaamskleur is groen, de vleugelbochten geel, de snavel koraalrood, de stuit violetachtig mauve, de poten grijs en de nagels donkergrijs.
In het broedseizoen stelt Agapornis fischeri dezelfde eisen dan de rest van de agaporniden met de witte oogring: best paarsgewijs huisvesten in ruime broedkooien, wilgentakken als nestmateriaal, voldoende verlichting en verluchting, een gevarieerde zaadmengeling, voldoende eivoeder enz. Veel problemen geeft deze vogel niet bij het broeden. Nesten van 5 soms 6 jonge vogels zijn geen uitzonderingen.
Bij jonge vogels zien we af en toe dat het masker een doffe aanslag vertoont, deze verdwijnt meestal na een drietal maanden. Oudere vogels die deze donkere aflijning in het masker vertonen zijn gegarandeerd bastaarden. Let op bij de fok van deze vogels: het achterhoofd is olijfgroenachtig en zeker niet rood met een zwarte waas.
© Dirk Van den Abeele